Dapping

Uit Hengelsportnet
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Dapping is een manier van vissen waarbij de visser zich in een bootje, veelal op meren, met de wind mee laat drijven. Met deze manier van vissen wordt vooral gevist op forel. Dapping komt van oorsprong uit Ierland. Dapping wordt vooral gedaan op grote meren aan het einde van de zomer wanneer de meivlieg veeal actief is. In deze periode worden de bomen en struiken langs de kant van de oever vaak overspoeld met insecten.

Materiaal

De visser gebruikt een redelijk lange hengel van tussen de veertien tot zestien feet met lijnen van zijde. Er worden veelal telescopische hengels gebruikt maar afhankelijk van de omstandigheden kan er ook een lange forelhengel of korte zalmhengel gebruikt worden. Aan de onderlijn bindt men tussen de één en zes meivliegjes, aan een haak van de grootte 8 tot 12.

Techniek

Tijdens dapping dient de boot rustig te drijven en de hengel verticaal omhoog gehouden te worden. De dapping lijn dient geviert te worden totdat deze het bovenste oogje voorbij is. Daarna weer laten zakken tot de vliegen op het wateroppervlak terecht komen. Het is de bedoeling dat de vliegen zo natuurlijk en levendig mogelijk over het water voorbewegen. Trek zo nu en dan aan de tip van de hengel zodat de vlieg naar links of rechts springt. Door gebruik te maken van de wind kan overbodige lijn van het water gehouden worden.

Aas

Dapping wordt vooral gedaan met meivliegjes, maar kan ook gedaan worden met ander aas zoals sprinkhanen, schietmotten, langpootmuggen, en natuurlijk met imitaties.