Steuren

Uit Hengelsportnet
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De steuren (Acipenseridae) vormen een familie van ongeveer 26 vissoorten uit de orde Steurachtigen (Acipenseriformes). De naam wordt ook gebruikt voor meer dan 20 steurensoorten. Soms wordt de naam exclusiever gebruikt voor vissen uit de geslachten Acipenser en Huso, die deel uitmaken van deze familie.

De steuren vormen een van de oudste nog levende beenachtige vissenfamilies. Ze komen voor in subtropische, gematigde en subarctische rivieren, meren en kusten van Eurazië en Noord-Amerika. De steuren worden onderscheiden van andere vissenfamilies door hun langgerekte lijf, het ontbreken van schubben en hun soms opvallende grootte, waarbij de vissen 2 tot 3,5 meter lang kunnen worden. Er zijn zelfs gevallen bekend van vissen die wel 6 meter lang werden. De meeste steuren zijn trekvissen, die hun voedsel vinden in de bodems van zoet of brak water en die bovenstrooms paaien. Sommige soorten leven uitsluitend in zoet water; slechts weinige wagen zich in open zee nabij de kust.

De meeste soorten worden gekwalificeerd als kwetsbaar, bedreigd of kritisch bedreigd. Steuren zijn gevoelig voor milieuverontreiniging. Enkele steursoorten worden gevangen voor hun kuit, waaruit kaviaar wordt gemaakt. Doordat juist de geslachtsrijpe vrouwtjes worden gevangen voordat ze voor nageslacht hebben gezorgd, zijn die soorten erg kwetsbaar voor overbevissing. In verschillende landen wordt steur gekweekt voor kaviaar. De vissen worden 'geoogst' als ze ongeveer 8 jaar oud zijn.

Evolutie

Volgens fossiele vondsten zijn steuren en de verwante lepelsteuren (Polyodontidae) ongeveer 200 miljoen jaar geleden ontstaan. Ze hebben sinds die tijd opmerkelijk weinig morfologische veranderingen ondergaan. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard door de tijd tussen opvolgende generaties van vissen, hun tolerantie ten opzichte van de watertemperatuur en het zoutgehalte, het ontbreken van rovers vanwege hun eigen lengte en de overvloed aan voedsel op de bodems.

Ondanks het bestaan van fossiel bewijs is het lastig om de soorten compleet te classificeren of om ondubbelzinnig hun fylogenie vast te stellen. Dit komt door de hoge mate van variatie tussen individuen onderling en ook doordat verschillende soorten onderling vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen, zelfs tussen verschillende geslachten.

De vele verschillende soorten in de familie en het feit dat ze beschermd zijn, maken het lastig om systematisch materiaal voor onderzoek te verzamelen. Onderzoekers hebben in het verleden meer dan 40 soorten aangewezen, die door latere onderzoekers zijn verworpen.

Het is nog altijd onzeker of de soorten in de geslachten Acipenser and Huso monofyletisch of parafyletisch zijn, maar het is duidelijk dat de morfologische verschillen tussen de twee geslachten door genetisch onderzoek niet onderbouwd worden. Er is voortdurend onderzoek gaande om de taxonomische twijfel weg te nemen door systematisch onderzoek en moleculair genetisch onderzoek.

Taxonomie

De familie wordt tegenwoordig onderverdeeld in twee onderfamilies, Acipenserinae, waaronder de geslachten Acipenser en Huso vallen en Scaphirhynchinae, met de geslachten Scaphirhynchus en Pseudoscaphirhynchus. De familie wordt verder onderverdeeld in de volgende onderfamilies en geslachten: