Giebel

Uit Hengelsportnet
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

De giebel (Carassius gibelio) is een straalvinnige vis uit de familie van de eigenlijke karpers (Cyprinidae). Het is de in het wild levende soort waaruit ook de goudvis is ontstaan. De soort komt oorspronkelijk uit Azië, maar leeft als exoot in het zoete water van onder andere de Benelux. De giebel wordt ook wel "wilde goudvis" of "witte goudvis" genoemd. Op basis van Opinion 2027 van de International Commission on Zoological Nomenclature moet de naam Carassius gibelio worden gebruikt wanneer de goudvis en de giebel als vertegenwoordigers van een en dezelfde soort worden beschouwd, en dus niet de oudere naam Carassius auratus (Linnaeus, 1758).

Herkenning

De meeste giebels die in Nederland worden gevangen hebben een grijsgroene kleur. Ook hebben ze een vrij puntige wat naar boven geknikte kop. Ook exemplaren zonder deze typische kenmerken worden gevangen. Giebels zijn goed te onderscheiden van kroeskarpers door het kleinere aantal schubben op de zijlijn (28-31 tegen 33-36). Ook hebben kroeskarpers bolle vinnen en een ronde bek. Bij kleine exemplaren is het onderscheid ook makkelijk doordat alleen kroeskarpertjes een zwarte vlek bij de staartbasis hebben. De algemene lichaamsvorm is ook meer spoelvormig dan schijfvormig zoals bij kroeskarper.

Ze zijn goed te onderscheiden van karpers door het ontbreken van baarddraden. Dit is echter niet altijd makkelijk te zien bij kleine exemplaren. Karpers hebben ook veel meer schubben langs de zijlijn (33-40).

Algemene informatie

De giebel is een triploide vruchtbare vis. Hierdoor kunnen eitjes die niet bevrucht zijn opgroeien tot wat effectief een kloon is van de moeder. Mogelijk is het voorkomen van verschillende klonen de oorzaak van plaatselijke typen van de giebel. Een vrouwtjesgiebel legt gemiddeld 268.000 eitjes, meerdere keren per jaar.

De giebel kan meerdere keren per jaar paren waardoor de druk op voedsel en ruimte enorm kan zijn.

Vijver en aquarium

Een giebel kan de winter overleven mits het water diep genoeg is. Houd goudvissen niet in een kom, maar kies voor een aquarium, de vis heeft dan meer ruimte en zal zich meer op zijn gemak voelen.

Ecologische betekenis

De giebel is een grondelaar, daardoor draagt hij bij tot de vertroebeling van het water. Het is een alleseter, hij eet zowel insecten als plantaardig materiaal. De giebel is een vis die tolerant is voor vervuild water; het is vaak een van de laatste vissoorten die in vervuild water gevonden wordt. Vaak komt de giebel ook voor in geïsoleerde watertjes (foto). Dit zijn waarschijnlijk afstammelingen van uitgezette goudvissen die hun gouden kleur verloren hebben. Uitzetten van vis in geïsoleerde wateren kan ernstige ecologische gevolgen hebben, doordat sommige diersoorten visloze poelen nodig hebben voor hun voortbestaan.

De giebel komt vaak voor in wateren met kleiige of zandige bodem, terwijl de kroeskarper meer gevonden wordt in plantenrijke wateren met een zachte veenbodem.

Verspreiding

Azië (China, Taiwan, Korea, Japan, Kolyma Rivier, Amoer). De natuurlijke verspreiding schijnt vanaf West-Siberië tot de Ponto-Caspische regio te zijn. In Europa komt de giebel oorspronkelijk voor in Roemenië, Bulgarije, Griekenland en Turkije. De soort komt al sinds de zeventiende eeuw in Duitsland voor.

Amerika

De giebel was de eerste exotische vis die in Amerika geïntroduceerd werd. Ook in Amerika heeft de giebel geleid tot een vermindering van de inheemse natuurwaarden. In het Oostzeegebied worden ook problemen gemeld met door verbreiding van de giebel gedurende warme zomers.